Daar zit hij dan. Frank de Boer, eenzaam en verlaten in zijn bus. Ik zag deze foto en moest lachen. Klein leed, maar zo gewaardeerd door bijna iedereen buiten Amsterdam. Mij incluis, deze afbeelding is de aankomende dagen mijn profielfoto. Het is kinderachtig, ik weet het, maar ik geniet hiervan met volle teugen.
Deze week zat ik in Parijs. Ik ben gek op reizen maar deze reis kwam mij extra goed uit, ik had geen zin in de jubelende Ajacieden die mij deze week in geuren en kleuren vertelden over het aanstaande kampioenschap van de hoofdstedelingen. De zelfde mensen die me dan ook nog eens vertelden dat de KNVB-beker een troostprijsje is naast de schaal. Ik had er geen zin in, ik zat in Parijs. De graven van Napoleon en Voltaire bekijken, picknicken bij het Louvre en boottochtjes maken op de Seine. Even geen voetbal. Ik hoefde ze niet te horen of mee te maken. En toen kwam zondag.
Zondag was de dag dat we in de auto zouden stappen naar huis, eerst nog een stop in Versailles en dan weer de Franse autoroute op. Gedurende deze dag bleef ik in mijn heerlijke staat van ontkenning waarin voetbal niet bestond. Feyenoord was toch al klaar en die andere club heeft per definitie al weinig interesse en sympathie bij mij. Toch ging het langzaam kriebelen. Het zou tenslotte mis kunnen gaan. Terwijl ik kijk naar het bed van Louis XIV fantaseer ik over Frank de Boer, die stil met een traan in zijn bed kruipt. Ik roep mezelf tot de orde, de Graafschap gaat het niet oplossen voor me, en zelfs als ze het doen, dan zal PSV wel weer een stomme uitglijer maken in Zwolle. Als Feyenoorder is een beetje gezond pessimisme niet onbekend, dus ik liet mijn gedachte weer gaan. Rustig de tuinen van Versailles eens bekijken. En weer schiet mijn fantasie naar de Eredivisie. Ik zie een grasveld en en ik zie spontaan Arek Milik er met gebogen hoofd in staan. Weer roep ik mijzelf tot de orde. Je bent in Versailles, je ziet prachtige dingen, laat het los…
Enkele uren later zitten we in de auto onderweg naar Nederland. De wedstrijden zijn inmiddels begonnen. Als het tijd is voor een korte toiletpauze moet ik toch even kijken op teletekst. Ajax staat 1-o voor. Mijn vriendin vraagt wat de stand van zaken is en hoe ze te interpreteren. Ik leg uit dat Ajax het beste doelsaldo heeft en gelijk staat in punten. Gezien ze voor staan tegen De Graafschap konden ze al als kampioen beschouwd worden. Mijn ontkenningsfase was officieel voorbij, ik had alle andere fases overgeslagen en droop van depressie naar acceptatie. Ik druk nog 1 maal op refresh van mijn teletekst app, het was 15:44 en de 54e minuut in Doetinchem. Tijd om verder te rijden.
Dan gaat de telefoon, mijn ouders kijken FOX en brengen mij het nieuws dat De Graafschap 1-1 heeft gemaakt en PSV voor staat. Het wonder gaat geschieden. Maar het is nog lang. Heel lang. Om de tijd sneller te laten gaan trap ik het gas maar flink in. Iets met de relatieve tijdstheorie van Einstein. Mijn 15km/u sneller zal geen verschil maken, maar ik geloof dat het helpt. En daar komt dan ook dat telefoontje. “HELEMAAL NIETS IN AMSTERDAM”
Frank de Boer, bedankt. Het was weer een topseizoen!